L’Almoina Centro Arqueológico

Valentia Edetanorum. Zo heette Valencia toen de stad door Romeinse soldaten werd gesticht. In 1985 vonden de Valencianen vlak naast de kathedraal en basiliek van Valencia per ongeluk een grote verzameling archeologische overblijfselen van deze Romeinse stad. In het archeologisch centrum L’Almoina kun je deze en andere archeologische vondsten van dichtbij bewonderen!

Waarom heet het museum L’Almoina?

Op de plek waar tegenwoordig het archeologisch centrum L’Almoina ligt, bouwde de kerk in 1303 een liefdadigheidsinstelling. Hier ontvingen de arme mensen van Valencia aalmoezen. Je kunt het woord ‘aalmoes’ ook een beetje herkennen in de Valenciaanse naam van deze instelling: Almoina! Ondanks dat het gebouw later veranderde in een theologische school, bleef de naam behouden.

In 1985 wilde de kerk de Basílica de la Virgen de los Desamparados gaan uitbreiden. Toen bouwvakkers het oude Almoina gebouw sloopten, vonden ze onder de fundering meer en meer overblijfselen van artefacten en gebouwen van Valencia uit 138 v.Chr. tot aan de middeleeuwen. De uitbreiding van de basiliek werd afgelast en de gemeente kocht het terrein op. Dertig jaar lang deden archeologen uitgebreid onderzoek. In totaal omvatte het onderzochte gebied zo’n 2.500 m2. Het duurde tot 2005 voordat ze klaar waren met graven, waarna in 2007 de deuren van het Archeologisch Centrum van l’Almoina (Centro Arqueológico de l’Almoina) geopend werden.

Oorlogsveteranen

De eerste inwoners van Valencia waren Romeinse oorlogsveteranen. Rome had de gewoonte om legionairs die hun diensttijd hadden voltooid een stuk land te geven waar ze zich mochten vestigen. Op deze manier konden de Romeinen veroverde gebieden goed onder controle houden. De nieuwe inwoners hadden hun loyaliteit aan Rome al bewezen en hadden ook nog eens gevechtservaring! 

Dit gebeurde dus ook in Valencia, waar zo’n 2000 soldaten de stad Valentia Edetanorum stichtten in 138 voor Christus. In het museum L’Almoina is de precieze plek van de stichting terug te vinden. Dit is een diepe waterput vol met scherven en etensresten: de overblijfselen van het oprichtingsfeest!

Valencia’s plek was geen willekeurige keuze. Het was een lage heuvel op een eilandje in het midden van de Turia rivier én vlakbij de kust. De nieuwe stad had dus een goed uitzicht op de omgeving. Zelfs tegenwoordig zie je dat de straten rondom de kathedraal en museum L’Almoina lichtelijk omhoog lopen!

De schatten van L’Almoina

Het meest opvallende van L’Almoina is de grote kelder waarin je de overblijfselen terug kunt vinden van de Romeinse, vroeg-Christelijke en Islamitische periodes. Zo zijn er tempels blootgelegd, een oude graanschuur, een straat en een badhuis. Ook kun je een deel van de laat-Romeinse basiliek zien, een begraafplaats en de Islamitische overblijfselen van de ‘alcázar’ (het paleis). Het dak van de kelder is gemaakt van glas, met een dun laagje water erop. Je kunt dus van buiten al een blik naar binnen werpen via deze vijver! 

In het museum zijn naast de ruïnes ook bouwmaterialen met inscripties, aardewerk en munten te vinden die hier tijdens de opgraving zijn gevonden.

Plaça de l’Almoina en Plaça de Dècim Juni Brut

Het plein waarop het Centro Arqueológico de l’Almoina te vinden is, is onderverdeeld in twee gedeeltes. Het zuidelijke gedeelte, bij de achteringang van de Kathedraal van Valencia, het Plaça de l’Almoina en is dus vernoemd naar de liefdadigheidsinstelling die hier gevestigd was. Het noordelijke gedeelte, waar de vijver van het archeologisch centrum is, heet Plaça de Dècim Juni Brut en is vernoemd naar de Romeinse oprichter van Valencia, de consul Decimus Junius Brutus.